"Okwan da ho' Travel stelt met de reiziger(s) een reisplan samen n.a.v. de voorgestelde wensen. Hieronder staan heel wat bouwstenen waaruit gekozen kan worden, maar uiteraard zijn er ook andere wensen mogelijk. Soms kunnen wensen te maken hebben met uw professie of met uw hobby's. Laat het weten!

Het leven in Ghana is niet altijd voorspelbaar, zoals een hevige tropische regenbui, een elektriciteit uitval en het lang wachten op het vertrek van een lokale bus (die vertrekt pas als de bus vol zit).

Al met al kunnen we zeggen dat een voorgesteld reisprogramma nooit helemaal uitkomt zoals het op papier is afgesproken en er altijd wijzigingen zijn doorgevoerd, dit overigens altijd in goed overleg met de reiziger(s).

Het reserveren van vliegtickets naar Ghana laten we aan de reiziger(s) zelf over en valt buiten onze bemoeienis. Wel kunnen hierin advies en tips geven. Het reserveren van binnenlandse vliegtickets en reserveren van accomodaties kunnen we op voorhand doen, maar deze boekingen vallen niet onder garantie van STO Garant. U kunt de voorwaarden van deze garantieregeling vinden op www.sto-garant.nl/downloads.

Aan de Dodowa Road, net buiten Accra Van oude gerecyclede flessen worden prachtige sieraden gemaakt, transparante glaskralen en kralen van glaspoeder in verschillende kleuren. Je kunt het hele recyclingproces bekijken, van glas stampen, opnieuw vormen en bakken, tot het wassen en beschilderen van de gebakken glaskralen. Daarna kun je in de winkel deze prachtige sieraden in vele vormen en maten kopen.

Deze botanische tuin en Canopy Walk zijn ontstaan als projecten van de Universiteit van Ghana. Verschillende soorten bomen staan in de tuin en er is genoeg ruimte voor een picknick. Voor een mooi uitzicht over de tuin en het meer kun je een wandeling maken over de Canopy Walk, een gigantische touwbrug hoog door de bomen. De brug is stevig en heel veilig. Daarnaast zijn er spectaculaire klim- en klauterattracties voor de kinderen. Je betaalt een vergoeding voor het betreden van de tuin en een extra toeslag om gebruik te maken van de Canopy Walk.

Op een half uur rijden van het guesthouse bevindt zich nog een botanische tuin. Deze tuin bevindt zich in de bergen van Akuapim, in Aburi, iets ten noorden van Accra. Bij binnenkomst van het park word je verwelkomd door de hoge Koninklijke Palmbomen die in een ver verleden zijn geplant. Je kunt – met of zonder gids – heerlijk wandelen in deze tuin. De gids geeft veel extra informatie over de bomen en planten en hun medische werking. Een bezoek is zeker de moeite waard.

Toch in Aburi? Dan is de Art & Crafts Village ook de moeite waard. Hier kun je houtbewerkers hun kunstwerken zien maken. De vaklui en verkopers willen je graag in hun winkeltje hebben in de hoop dat je wat koopt. Het is altijd een kleurrijk geheel en de mensen zijn erg vriendelijk. Je kunt hier leuke souvenirs kopen. Het is een plek om te onderhandelen over de prijs. Zie het afdingen als een spel, waarbij humor een belangrijke rol speelt. Aan de voorkant van het Arts Centre is een restaurant om even uit te rusten.

De visserswijk Jamestown is een van de armste wijken van Accra en staat vol met gehavende koloniale gebouwen, zelfgebouwde huizen van bouw- of golfplaten, maar is tegelijkertijd een levendig schouwspel. Voor een prachtig uitzicht op de stad en de drukke en kleurrijke vissershaven is de top van de witgekalkte vuurtoren de beste plek. Bij de vuurtoren of bij het Jamestown Café kan je vragen of iemand je door de wijk wil gidsen. Deze gids weet van alles te vertellen over de geschiedenis van en het hedendaagse leven in de wijk. Het is niet verstandig om Jamestown zonder gids te bezoeken. Al met al is het indrukwekkend te ervaren hoe mensen hier leven, de oude koloniale gebouwen te zien en te horen hoe er in vroeger tijden werd geleefd.

De zeer gewaardeerde en gerespecteerde kunstenaar Ablade Glover richtte deze beroemde galerie op, die een van de belangrijkste van zijn soort in Ghana is geworden. Er zijn drie uitgestrekte etages met kunst die in koele marmeren galerijen wordt tentoongesteld. Beroemde lijkkisten in de vorm van krabben, sportschoenen en adelaars worden geshowd. Alles is te koop. Voor liefhebbers is aan de achterkant van het gebouw een zwembad, met uitzicht op zee.

(in de buurt van Koforidua) Boti Falls is een spectaculaire seizoensgebonden waterval in de Eastern Region van Ghana, ongeveer 17 kilometer ten noordoosten van Koforidua, de hoofdstad van de regio. Deze waterval bestaat uit twee secties, een zogenaamde mannelijke en een vrouwelijke sectie. Deze zijn te bereiken via een stenen trap van 250 treden naar de onderkant van de watervallen. De Boti Falls zijn door de National Tourist Board erkend om de prachtige natuur. Vanaf de Boti Falls kun je in zo’n dertig minuten door het bos naar de Umbrella Rock wandelen. De rots is ook bereikbaar met de auto. Met een trapje kun je de rots beklimmen. Vanaf de rots heb je een onvergetelijk, rustig uitzicht.

De Cashew Village Lodge, gebouwd door Jolinaiko Eco Tours, bevindt zich aan de oostkant van de rivier de Volta en biedt een geweldig uitzicht over het water en er staat altijd een heerlijk briesje. Met een watertaxi word je naar de overkant gebracht. De lodge bestaat uit twee gebouwen van lemen bakstenen/termietklei met rieten daken met vijf standaardkamers. Er is een eenvoudig badhuis (emmerdouche), een zelfcomposterend toilet, een keuken in lokale stijl en een zomerhut aan de waterkant. Gedurende je verblijf kun je meedoen met verschillende activiteiten van de dorpsbewoners. Het wordt zeer gewaardeerd als je kennis wilt maken met de gewoontes en gebruiken van de lokale bevolking.

De Akosombo-dam, ook wel de Voltadam genoemd, is een hydro-elektrische dam in de Volta in het zuidoosten van Ghana in de Akosombo-kloof en valt onder de Volta River Authority. Door de bouw van de dam kwam een deel van het rivierbekken van de Volta onder water te staan en dit leidde tot de vorming van het Voltameer. Het Voltameer is 8.502 vierkante kilometer groot, 3,6% van de oppervlakte van Ghana en is een van de grootste kunstmatige meren ter wereld. De overstromingen die nodig waren om het Voltameer te vormen hadden een aanzienlijke invloed op het milieu en leidden tot de verplichte verhuizing van veel mensen. De hoofdtaak van de Akosombo-dam was elektriciteit op te wekken voor de aluminiumindustrie. De dam werd “de grootste enkele investering in de economische ontwikkelingsplannen van Ghana” genoemd. Een rondleiding met een gids op de Voltadam

De Wli-waterval is de hoogste waterval in West-Afrika. De waterval ligt op 20 kilometer afstand van Hohoe, in de Volta Region, het land van de Ewe-stam en op zo’n 280 kilometer van Accra. Het heeft een lage en een hoge trap. De lokale bevolking noemt de waterval de Agumatsa Falls, dit betekent “Sta me toe om te stromen”. Tijdens een wandeling door het bos van Agumatsa kom je misschien een grote kolonie vruchtvleermuizen, vlinders, vogels, apen en bavianen tegen.

Niet ver van de Wli-waterval ligt de Tagbo-waterval. Deze waterval ligt bij het dorp Liati Wote in het Afadjato South District in de Volta Region. Vanuit het dorp Liate Wote kom je na een schitterende wandeling door de bossen bij de Tagbo-waterval. Een andere route leidt naar de berg Afadjato, waar je vanaf het hoogste punt een prachtig uitzicht hebt. Een verblijf in de The Tagbo Falls Lodge is een aanrader. Het guesthouse is vrij nieuw (gebouwd in 2017) en heeft vijf kamers. Een heerlijk rustige plek om helemaal te onthaasten en te relaxen. Philo, de gastvrouw, trakteert je op heerlijke maaltijden.

“Meet Me There” is een African Home Eco Lodge tussen de dorpen Dzita en Dzita-Abledomi aan de prachtige kust waar de Volta in de oceaan stroomt. De Eco Lodge is nauw betrokken bij de twee dorpen en het personeel wil de gasten graag betrekken bij de manier van leven in landelijk Afrika. Het is een lodge zonder winstoogmerk die het werk van de ngo “Dream Big Ghana” ondersteunt. Deze ngo werkt aan de verbetering van sanitaire voorzieningen, het onderwijs en de gezondheidszorg voor de lokale bevolking. Je verblijf draagt direct bij aan deze drie doelen. Uit eigen ervaring weten we dat het echt een heerlijke plek is om te ontspannen en het is zeker de moeite waard om een keer een boottocht te maken op de Volta richting Ada.

Blue Skies is in 1998 opgericht door de Britse ondernemer Anthony Pile. Het bedrijf verwerkt en verkoopt vers gesneden lokaal fruit en sap. Vanaf het begin verschilde de aanpak van dit bedrijf ten opzichte van zijn concurrenten, omdat het gelooft in de ‘toegevoegde waarde bij de bron’. Dit houdt in dat de meeste producten van Blue Skies verwerkt en verpakt worden in het land van herkomst, in plaats van dat het fruit vervoerd wordt naar het buitenland en daar verwerkt wordt. Hierdoor kan Blue Skies niet alleen producten van een hogere kwaliteit leveren, maar helpt het ook sociale en economische ontwikkeling te genereren in het land waar het fruit groeit. Blue Skies levert aan een groot aantal detailhandelaren in de hele wereld met een keurmerk dat garandeert dat de producten vers in het land van herkomst zijn verpakt. In Ghana werken meer dan 4000 mensen in de fabrieken van Blue Skies. Verder zijn er nog fabrieken in Egypte, Zuid-Afrika, Brazilië en het Verenigd Koninkrijk. Het is mogelijk om met Okwan da ho de fabriek in Nsawam te bezoeken, waar al het fruit voor klanten van Albert Heijn in Nederland wordt gesneden. ’s Nachts wordt het fruit per vliegtuig vervoerd en de volgende morgen ligt het in de supermarkt. Hoe vers wil je het hebben...?

Meer dan 60% van de wereldwijd geproduceerde cacao komt uit Ivoorkust en Ghana. Helaas is de chocoladeketen ongelijk verdeeld. Miljoenen boeren staan aan het begin van de productieketen van cacao. Veel van de 2,5 miljoen cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust leven onder de armoedegrens en er ontbreken allerlei fundamentele arbeidsomstandigheden. Een van de ernstigste gevolgen hiervan is de moderne slavernij. Met Okwan da ho kun je een bezoek brengen aan het Cacao Research Centre in Bonsu en zie je het proces van cacaovrucht tot cacaoboon.

Op de hoogst bewoonbare plek in Ghana (ongeveer 700 meter boven zeeniveau) bevindt zich het Ramseyer Training Centre (RTC) in Abetifi-Kwahu. Okwan da ho kan je naar het centrum brengen en zorgen voor een heerlijk verblijf in de koelte. Het centrum is in 1899 opgericht en heeft een heel groot historisch missiehuis uit die tijd. Het gebouw is geheel gerestaureerd en zeker een bezichtiging waard. De juiste mensen kunnen er prachtige verhalen over vertellen. Het RTC is een trainingscentrum van de Presbyteriaanse Kerk van Ghana (PCG). Dit centrum werkt aan vernieuwing van de kerk, niet alleen die van de PCG, maar ook van andere kerken en streeft dus doelen na op oecumenisch vlak. Het RTC organiseert tal van activiteiten en trainingsprogramma’s voor verschillende doelgroepen en met diverse thema’s.

In de jaren negentig hebben Joa & Henk aan de wieg gestaan van dit project, omdat ze zagen dat er helemaal geen leermiddelen op basisscholen waren. Samen met een aantal leerkrachten zijn ze daarom destijds met de productie van leermiddelen gestart. De meeste middelen zijn van hout, wat ruim voorradig is in Ghana. Het AMO Programme heeft jaren gewerkt vanuit een werkplaats bij het RTC, maar is in 2016 verhuisd naar Abepotia. Deze plaats ligt aan een van de uitvalswegen van de snelweg van Accra naar Kumasi, bij Nkawkaw. Bij het AMO worden degelijke leermiddelen geproduceerd voor kleuter- en basisscholen in Ghana. Eigenlijk zou elke kleuter- en lagere school (AMO )leermiddelen moeten hebben, maar helaas hebben de meeste scholen niet voldoende geld om veel leermiddelen aan te schaffen. Er zijn goede contacten met de Ghana Education Service (GES) over de aanschaf van (AMO )leermiddelen, maar het zal nog lang duren voordat de GES alle scholen kan voorzien van (AMO )leermiddelen. Veel privéscholen kunnen het zich daarentegen wel permitteren om de (AMO )leermiddelen aan te schaffen. Ondersteuning voor de ‘gewone’ scholen komt nu grotendeels van donoren uit het buitenland.

Een van de grootste openluchtmarkten van West-Afrika, met dagelijks meer dan vijfduizend verkopers, vind je in Kumasi. Je kunt hier van alles vinden tegen een goede prijs. Afdingen is een spel wat hier volop gespeeld wordt. De markt is zeker een bezoek waard! Het Manhyia Palace is de zetel en de officiële zetel van de Asantehene of Asanteman, de koning van de Ashanti. Kumasi is de hoofdstad van het Ashanti-koninkrijk en de Ashanti Region. Het eerste paleis is nu een museum. Koning Opoku Ware II heeft het nieuwe paleis laten bouwen, dat vlakbij het oude paleis ligt. Het paleis wordt nu gebruikt door de huidige Asantehene, koning Osei Tutu II. In het paleis vind je talrijke belangrijke traditionele voorwerpen van de Ashanti. Deze voorwerpen worden vaak gebruikt tijdens het Adae-festival, dat elke zesde zondag plaatsvindt.

Lake Bosomtwe is het enige natuurlijke meer in Ghana. Het meer ligt in een oude krater en heeft een diameter van ongeveer 10,5 kilometer. Het meer ligt zo’n 30 kilometer ten zuidoosten van Kumasi en is een populair recreatiegebied. Er liggen ongeveer 30 dorpen in de buurt van het kratermeer en er wonen ongeveer 70.000 mensen. Voor de Ashanti is Lake Bosomtwe een heilig meer. Volgens het traditionele geloof komen de zielen van de doden hier om afscheid te nemen van de god Asase Ya. Om deze reden mag er alleen vanaf houten planken in het meer gevist worden.

Hand in Hand is een christelijke gemeenschap die onderdak biedt aan verlaten kinderen met verstandelijke beperkingen. De oprichters waren zich bewust van het gruwelijke lot van sommige zogenaamde waterkinderen. Op bepaalde plaatsen in Ghana geloven mensen nog steeds dat gehandicapte kinderen het gevolg zijn van de seksuele omgang van watergeesten met de moeders van de kinderen. Het is dan ook niet verrassend dat zo’n kind thuis een moeilijk leven heeft. De familie verzwijgt het en de moeders voelen zich – onterecht – schuldig. Hand in Hand is in 1992 opgericht door Ineke Bosman en sinds 2009 wordt het project geleid door Jeanette en Albert van Galen uit Nederland en twee Ghanezen uit Nkoranza. Het dorp bestaat uit meerdere huisjes waarin twee of drie kinderen met hun pleegouders wonen. Verder is er een mooie tuin, een speeltuin en een zwembadje en tussen de huisjes zijn diverse ontmoetingsplaatsen die gebruikt worden voor onderwijs, muziek, dansen, schilderen en rusten. Daarnaast zijn er een aantal gasthutten, een restaurant en een kleine winkel waar de spullen die door de bewoners gemaakt zijn, verkocht worden.

Tamale is de hoofdstad van de Northern Region van Ghana en is de vierde grootste stad van het land. Tamale ligt 600 kilometer ten noorden van Accra in het Dagbon-koninkrijk. De lokale chiefs en de district chief van Tamale zijn ondergeschikt aan de Dagomba Paramount Chief (koning) in Yendi. De gesproken stamtaal is Dagbani. Door de centrale ligging is Tamale het knooppunt voor alle administratieve en commerciële activiteiten in de Northern Region en de politieke, economische en financiële hoofdstad van de regio. De meeste inwoners van Tamale zijn moslims, wat duidelijk blijkt uit het grote aantal moskeeën, waarvan de grootste de Centrale Moskee is. Het is verbazingwekkend hoe moslims en christenen in Ghana samenleven. Er is een echte dialoog met en begrip voor elkaar. Als je wilt, kun je een van de moskeeën bezoeken.

Voor een overnachting in Tamale is de Dawadawa Lodge een aanrader. Het is een gezellig en betaalbaar guesthouse, waar Jasper en zijn team je verder kunnen helpen met een maaltijd of je tips kunnen geven over wat je in de omgeving kunt doen. Het guesthouse heeft 4 kamers en een restaurant.

Mole National Park is het grootste natuurpark in Ghana en biedt de beste wildlife-ervaring in Ghana. Mole was het eerste nationale park dat in Ghana werd gesticht en heeft een oppervlakte van 4.912 km². Het park heeft een zeer rijke flora en fauna. Mole National Park heeft het grootste aantal wilde dieren in Ghana en is de enige plek in Ghana waar je olifanten in het wild kunt zien. Naast de olifanten zijn er antilopen, bushbucks, apen, wrattenzwijnen, bavianen en andere kleinere dieren. Mole National Park is redelijk goed ingericht voor toeristen. Het park heeft zeer ervaren gidsen die informatie geven aan bezoekers. Alle toeristische activiteiten in het park zijn onder begeleiding van een gewapende gids/bewaker. Safari’s kunnen te voet worden gedaan. Het is uniek en spannend om zo dicht bij olifanten te lopen en een ervaring die je nooit zal vergeten! Wandelsafari’s vinden meestal plaats in de vroege ochtend (om 6 uur) en late middag (om 4 uur). Ze duren 2 tot 4 uur en worden begeleid door een gewapende ranger. Een andere optie is om op een rijdende safari te gaan, opnieuw met een gewapende ranger. Zo’n safari kan een hele dag duren en biedt de mogelijkheid een veel groter deel van het park te zien. Dit is het overwegen waard als je buiten het droge seizoen het park bezoekt. Het Mole Motel heeft 34 kamers (dit zijn chalets, eenpersoons- en tweepersoonskamers, familiekamers met drie bedden en slaapzalen) en er is een restaurant. Een zwembad bij het restaurant maakt het helemaal compleet. Ook is er bij de gastenverblijven een platform met uitzicht op een meertje. Vooral tijdens het droge seizoen (half december tot half april), zie je in de vroege ochtend of een paar uur voor zonsondergang kudden olifanten weiden en baden.

De moskee in Larabanga is de oudste in Ghana en misschien zelfs in heel West-Afrika. Het gebouw staat er al eeuwen ondanks slecht weer en minder geslaagde renovatieprojecten. Volgens de legende reed Ayuba, een Moorse handelaar, in 1421 door de Sahara. Toen hij de nacht in het dorp Larabanga doorbracht, kreeg hij in een droom de opdracht een moskee in het dorp te bouwen. Bij het wakker worden bleek het fundament al gelegd. Hij bouwde de moskee volgens de traditionele Soedanese-Sahelstijl van modder en riet. Aan iedere kant van het gebouw zit een ingang: één voor mannen, één voor vrouwen, één voor de chief van Larabanga en één voor de muezzin die de gemeenschap oproept voor gebed. Ayuba bleef de rest van zijn leven in Larabanga wonen en toen zijn lichaam onder een nabijgelegen boom werden begraven, werd van de bladeren gezegd dat die een speciale geneeskrachtige werking hadden. In de jaren zeventig was de moskee er slecht aan toe en was er behoefte aan renovatie. Een renovatieteam heeft cement in de muren aangebracht in de hoop deze te versterken, maar door het mengsel kwam er vocht in de oude houten balken. Een termietenaanval volgde en door een storm viel de verzwakte minaret om. Met steun van het World Monuments Fund, de Ghana Museums and Monuments Board en American Express werkten conservatoren met lokale ambachtslieden om die fouten te herstellen. Het cement is zorgvuldig verwijderd en er is opnieuw een modderpasta aangebracht, zoals Ayuba dat 550 jaar eerder had gedaan. De minaret werd herbouwd, de muren witgekalkt en de moskee werd hersteld in zijn vroegere glorie. Vandaag de dag wordt de moskee grotendeels onderhouden door de lokale gemeenschap. Zij bidden nog steeds in het oude gebouw en verdienen aan de vele toeristen die de heilige moskee bezoeken.

Een van de meest bekende slavenforten uit Ghana’s donkere slavernijverleden is Cape Coast Castle. Het kasteel begon als een handelsplaats die was opgezet door de Portugezen in 1555 als onderdeel van de Goudkust. Na de verovering door de Zweden bouwde een Zweeds-Afrikaans bedrijf in 1653 een permanente houten vesting voor de handel in hout en goud. Een decennium later werd het fort opnieuw gebouwd, maar nu in steen toen de Denen de macht overnamen van de Zweden. Het fort ging op een gegeven moment over in de handen van de Nederlanders en zelfs een plaatselijke chief, voordat het in 1664 door de Britten werd veroverd. Door de jaren heen werd het fort meer en meer gebruikt voor de slavenhandel, die een hoogtepunt bereikte in de 18e eeuw. In 1700 was het fort omgetoverd tot een kasteel en diende het als hoofdkwartier van de Britse koloniale gouverneur. De betrokkenheid van het kasteel bij de slavernij is uiteindelijk gestopt toen Groot-Brittannië de slavenhandel afschafte. Cape Coast Castle werd weer een belangrijke handelsplek. Daarna werd het gebruikt om militairen op te leiden. In 1957, toen Ghana onafhankelijk werd van de Britse koloniale heerschappij, kreeg Cape Coast Castle een nieuwe eigenaar, de overheid. Later werd de Ghana Museums and Monuments Board verantwoordelijk voor het slavenfort. Pas in het begin van de jaren negentig is het kasteel grondig gerestaureerd met behulp van donorfondsen en het is momenteel een goed bezocht museum en historische plek.

Een ander beroemd slavenfort is Elmina Castle (ook vaak St. George’s Castle genoemd). Dit fort ligt in de stad Elmina op ongeveer 13 kilometer afstand van Cape Coast Castle. Elmina Castle is het oudste Europese gebouw in Ghana. Er werd begonnen met de bouw in 1482 nadat de Portugezen in 1471 in de Goudkust waren gearriveerd. Het was bedoeld om de Portugese vesting te beschermen. In de loop der decennia werden verschillende delen van het kasteel herbouwd, waarbij handel het belangrijkste doel bleef. In de 17e eeuw was dit voornamelijk de handel in mensen. In 1637 kregen de Nederlanders de macht over de Goudkust. Zij bleven Elmina Castle gebruiken als plaats om slaven tot hun vertrek gevangen te zetten. De Nederlanders veranderden het kasteel op een aantal belangrijke punten. Zo werd onder andere een markt gesticht waar slaven geveild werden. De omstandigheden waren vergelijkbaar als die in het naburige Cape Coast Castle. In de kerkers kwam alleen licht door de deuropeningen of door een paar kleine gaten aan beide zijden van het plafond. Elke opstand werd met harde hand neergeslagen. Schuldige mannen werden in een aparte cel zonder daglicht gezet en werden uitgehongerd tot de dood volgde. Vrouwen werden geslagen en geketend aan kanonskogels op de binnenplaats. Om mogelijke aanvallen tegen te gaan bouwden de Nederlanders een bastion, Fort Coenraadsburg (ook wel St. Jago genoemd), op de heuvel tegenover Elmina Castle. Tijdens de heerschappij van de Nederlands West-Indische Compagnie betraden ongeveer 30.000 slaven per jaar Elmina Castle. Geen van hen kwam terug. Dit duurde tot 1814 toen Nederland de slavenhandel afschafte, zeven jaar na Groot-Brittannië. In 1872 werd het slavenfort aan de Britten toegewezen. Tot de afhankelijkheid van Ghana in 1957 werd Elmina nauwelijks gebruikt. Daarna werd het een trainingscentrum voor de Ghanese politie en later een tijdje een school, totdat het een geschiedenismuseum werd.

Kakum National Park, ligt zo’n 25 kilometer van de kust in Ghana’s Central Region en heeft een oppervlakte van 375 km2. Het reservaat werd in 1931 opgericht, maar werd pas officieel een nationaal park na een eerste onderzoek naar de vogels die er leefden. Het gebied bestaat uit tropisch regenwoud. Uniek aan dit park is dat het op initiatief van de lokale bevolking is opgericht en niet door het State Department of Wildlife dat verantwoordelijk is voor het behoud van dieren in Ghana. Het is een van de 3 locaties in Afrika met een Canopy Walk. Die in Kakum is 350 meter lang en verbindt zeven boomtoppen. De belangrijkste bedreigde diersoorten in het park zijn de Dianameerkat, de bongo (een bosantilope), de geelrugduiker en de Afrikaanse olifant. Het is ook een belangrijk gebied voor vogels dat door Bird Life International als zodanig wordt erkend. De vogelpopulatie in het park bestaat uit 266 soorten, waaronder acht wereldwijd beschermde soorten. Een van deze soorten is de kalkoenparelhoen. Er zijn negen soorten neushoornvogels en de grijze roodstaartpapegaai is ook gesignaleerd. Het park is ook zeer rijk aan vlinders en in 1993 is er een nieuwe soort ontdekt.

Ko-Sa Beach Resort is een milieuvriendelijk en rustig resort, gebouwd in een natuurlijke omgeving, beheerd door Nol en Annelies van de Mast. Het resort ligt aan het strand bij het kleine vissersdorp Ampenyi en in de buurt van de historische steden Cape Coast en Elmina en van Kakum National Park. Ontdek de unieke sfeer van de traditionele hutten gecombineerd met modern comfort. Verken de historische kust van Ghana, maak een wandeling op het strand naar Elmina of droom heerlijk in de exotische tuin. Je kunt kiezen voor verschillende activiteiten of een heerlijke strandvakantie in het paradijs.